Het zet je wereld op zijn kop

Het zet je wereld op zijn kop

Wanneer de hersenen van mensen tijdelijk niet functioneren en mensen toch bewuste herinneringen hebben aan die ervaring roept dit vragen op over wat ons bewustzijn eigenlijk is, en waar het zich bevindt. Cardioloog en onderzoeker Pim van Lommel schreef een bestseller over bijna-dood ervaringen getiteld  ‘Eindeloos Bewustzijn’. Een omstreden onderwerp wat nogal wat commotie teweeg brengt in de medisch-wetenschappelijke wereld.

Nederland,Velp,Pim van Lommel, foto Mark Kohn

Carla Geenen ging in gesprek met deze bijzondere man. Wat betekent een bijna-doodervaring voor de mensen die het meemaken? En hoe ga je hier als coach of psycholoog het beste mee om? Ook spraken ze over de gevolgen van een ingrijpende ervaring die niet past binnen het huidige denken.

Wat is een bijna-dood ervaring?

In de hele geschiedenis, in alle tijden en culturen, zijn meldingen bekend van mensen die zich een buitengewone ervaring herinneren na een levensbedreigende crisis. Dit wordt tegenwoordig een bijna-dood ervaring, of een nabij-de-dood ervaring genoemd. Een bijna-doodervaring is de (gemelde) herinnering van alle indrukken tijdens een bijzondere bewustzijnstoestand, met enkele specifieke elementen, zoals: een uittredingservaring, het gevoel van absolute liefde, een ontmoeting met overleden dierbaren, een tunnelervaring, een levensterugblik, het waarnemen van licht en de bewuste terugkeer in het lichaam. Een bijna-dood ervaring kan optreden onder kritieke medische situaties, zoals een hartstilstand, ernstig bloedverlies bij een bevalling of verdrinking. Maar ook bij doodsangst, meditatie, ernstige depressie, isolatie of zonder een directe aanleiding. Een essentieel onderdeel van de ervaring is dat er nagenoeg altijd een enorme transformatie optreedt. Mensen veranderen ingrijpend en blijvend. Het is een ervaring van twee minuten die het leven blijvend verandert. Zo verdwijnt in de meeste gevallen de angst voor de dood. Men krijgt inzicht in wat belangrijk is in het leven: acceptatie, absolute liefde en compassie. Allereerst naar jezelf, acceptatie van je eigen schaduwkanten wat al lastig genoeg is. En acceptatie van de ander, van de natuur en van de aarde, omdat je je met alles en iedereen verbonden voelt en verbonden blijft. Het derde aspect van de transformatie is een verhoogde intuïtieve gevoeligheid.

“Een essentieel onderdeel van de ervaring is dat er nagenoeg altijd een enorme transformatie optreedt. Mensen veranderen ingrijpend en blijvend.”    

Treden deze aspecten altijd op?

Altijd. Alleen over die verhoogde intuïtieve gevoeligheid wordt meestal niet spontaan gesproken. Je voelt andere mensen aan. Je weet wat andere mensen denken en voelen. Je weet bij wijze van spreke dat iemand dood zal gaan over drie weken, maar dat kun je niet uitspreken. Dat soort dingen zijn heel lastig te hanteren. De eerste jaren na een bijna-dood ervaring zijn vaak zware jaren met depressie, eenzaamheid en heimwee gevoelens. Ook doordat mensen er niet over kunnen praten met anderen, het wordt niet geaccepteerd of het wordt weggewuifd. Een bijna-dood ervaring is een spiritueel trauma. Sommige mensen hebben 30 of 40 jaar de tijd nodig om erover te kunnen praten en het te leren accepteren.

Heeft u het idee dat het voor de acceptatie van de ervaring uitmaakt of je daarvoor al open stond voor dit soort zaken of niet?

In onze Westerse maatschappij is het zo dat elke ervaring wordt afgewezen die niet past in wat we hebben geleerd op de universiteit en op school en in wat de wetenschappers beweren. De wetenschap zegt dat het onmogelijk is om een bewuste ervaring te hebben als je hart stil staat. Ze zeggen dat het onmogelijk is om buiten je lichaam te kunnen zijn en buiten je lichaam te kunnen waarnemen, ondanks dat gecontroleerd onderzoek laat zien dat dit soort ervaringen bestaan. Het past (nog) niet binnen ons materialistisch wereldbeeld en daardoor is het heel lastig om erover te praten. Bij wijze van grapje zeg ik wel eens dat je wordt gefeliciteerd als je een bijna-dood ervaring in India hebt.

“Bijna-dood ervaringen passen (nog) niet binnen ons materialistisch wereldbeeld en daardoor is het heel lastig om erover te praten. Mensen hebben wel behoefte om het onder woorden te brengen en te delen met anderen, ook omdat ze zelf niet helemaal geloven wat ze hebben meegemaakt.

Dus zelfs wanneer je er zelf wel voor open zou staan kom je nog steeds tegen dat je omgeving er niet aan wil dat dit jou is overkomen?

Ja, maar je eigen wereldbeeld wordt ook op zijn kop gezet. Ik ken nogal wat artsen met een bijna-dood ervaring die zeggen: “Wat ik nu heb meegemaakt, daarvan heb ik altijd geleerd dat het onmogelijk is”. Het is lastig om in onze maatschappij daarmee naar buiten te komen. Ongeveer 70% van de mensen raakt na een bijna-dood ervaring in een echtscheiding omdat de partner zegt: “Je bent niet meer de persoon met wie ik getrouwd was”. Je verliest vrienden en familie, omdat ze niets meer met je te maken willen hebben. Door je verhoogde intuïtieve gevoeligheid moet je supermarkten en openbaar vervoer vermijden want daar komen al die mensen, en al die indrukken samen, en dat is heel moeilijk. Materialistische wetenschap is een dogma geworden en wat niet in het dogma past bestaat niet. Mijn definitie van wetenschap is vragen stellen met een open geest. Probeer te vergeten wat je ooit hebt geleerd, want daardoor sta je open voor andere en nieuwe dingen.

“Stel vragen met een open geest. Probeer te vergeten wat je ooit hebt geleerd, want daardoor sta je open voor andere en nieuwe dingen.

U heeft een groot deel van uw leven gewijd aan dit onderwerp. Hoe heeft dit u zelf veranderd?

Ik begon mijn onderzoek in 1986. De basis voor mijn onderzoek was wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Ik sprak patienten die een hartstilstand hadden overleefd en die herinneringen hadden aan de periode van hartstilstand. Ik had altijd geleerd dat dat niet kan. Dus ben ik gaan vragen: “ Hoe kan het wel?”. Dat was de aanleiding. Ik heb alle mogelijke verklaringen in overweging genomen, zoals bijvoorbeeld zuurstoftekort, hallucinatie, inbeelding, en we hebben ontdekt dat ze geen van allen kloppen. Toch heeft het nog wel wat jaren geduurd voor ik kon accepteren dat de huidige, nooit bewezen aanname dat bewustzijn een product van de hersenen is, gewoon niet klopt. Dat het mogelijk is om bij een hartstilstand, dus als de hersenen tijdelijk en volledig zijn stilgevallen, een verruimd bewustzijn te hebben, veel ruimer dan normaal, met herinneringen tot aan de jeugd enzovoort. De mogelijkheid om waar te nemen buiten de grenzen van je lichaam en om emoties te ervaren met heel hun lading, terwijl je hersenen niet functioneren. Dat zou dus niet waar kunnen zijn. Als het juist is dat het bewustzijn een product is van de hersenen, dan zou je nooit herinneringen en bewustzijn kunnen ervaren tijdens een hartstilstand. Dus dan klopt die aanname niet.

Dat is nogal wat om te beseffen…

Nou, dat zet je wereld, de wetenschappelijke wereld, op zijn kop. Dan val je of stil, of je accepteert het niet.

U vertelde welke veranderingen mensen doormaken naar aanleiding van een bijna-dood ervaring. Ik kan me voorstellen dat soortgelijke veranderingen bij u zijn opgetreden door uw onderzoek naar het onderwerp en de gesprekken met mensen die dit hebben meegemaakt?

Jazeker, ik heb honderden en honderden mensen persoonlijk gesproken en duizenden e-mails gelezen van mensen met een bijna-dood ervaring. Dat verandert je. De manier waarop wij leven is anders. De manier waarop wij eten is anders. Zo eten wij biologisch-dynamisch, mijn vrouw eet vegetarisch en ik bijna. We zijn altijd graag in de natuur. We zoeken de stilte op. We voelen ons meer verbonden. We zijn zeker veranderd. Ik ben ook de Bijbel gaan lezen, en mij in het Boeddhisme gaan verdiepen, dit wordt allemaal interessanter.

MentaVitalis levert preventieve coachingsdiensten bij zowel werk- als privégerelateerde vragen. Wat zou elke coach of psycholoog moeten weten die te maken kan krijgen met mensen die een bijna-dood ervaring hebben meegemaakt?

Dat deze ervaringen bestaan. Dat het de diepste waarheid voor de mens is, een innerlijk weten, waar ze niet aan twijfelen. En, dat ze het alleen maar delen met mensen van wie ze merken dat ze zonder commentaar, met een open geest, en zonder vooroordelen in staat zijn om te luisteren. Dat is de essentie. Artsen zijn daar vaak niet goed in, verpleging vaak wat beter, maar ook familie en vrienden zijn er vaak heel slecht in. Mensen hebben behoefte om het onder woorden te brengen en te delen met anderen, ook omdat ze het zelf niet helemaal geloven wat ze hebben meegemaakt. Ze twijfelen zelf ook. Mensen hebben in eerste instantie bevestiging nodig. Dan pas kunnen ze het accepteren en daarna pas kunnen ze het gaan integreren in hun leven. Dat is een lang proces waarbij de psychotherapeut, de psycholoog, de arts, en ook vrienden en familie, een rol spelen. De grootste steun die anderen kunnen geven is zonder oordeel, zonder commentaar, te luisteren. Te bevestigen dat het bestaat en dat ze niet de enige zijn. Ze zijn niet gek.

“Weet dat deze ervaringen bestaan. Dat het de diepste waarheid voor de mens is, een innerlijk weten, waar ze niet aan twijfelen. En, dat ze het alleen maar delen met mensen van wie ze merken dat ze zonder commentaar, met een open geest, en zonder vooroordelen in staat zijn om te luisteren. Dat is de essentie.

Zou u ook aanmoedigen om er actief naar te vragen, naar een bijna-dood ervaring, aan iemand die bijvoorbeeld een hartstilstand heeft gehad?

Nee, dat is de foute vraag. De enige vraag die je mag stellen, die wij ook in ons onderzoek stelden, is: “Heeft u herinneringen aan de periode van bewusteloosheid?”. En dan is het antwoord: ”Nee” of “Hoezo?”. Bij “Nee” laat je het, en bij “Hoezo?” ben je zo een uur verder. Dit geldt dus niet alleen bij een hartstilstand maar bijvoorbeeld ook bij een vrouw die een gecompliceerde bevalling heeft meegemaakt waarbij ze in coma is geraakt, of mensen die een verkeersongeluk of verdrinking mee maakten. Dit is de enige vraag die je mag stellen. Je mag het nooit invullen.

Zijn er nog andere dingen die je juist wel of niet moet doen als iemand een bijna-dood ervaring heeft ervaren?

Zoals gezegd helpt het om te bevestigen dat die ervaring bestaat, dat ze niet de enige zijn, dat ze niet gek zijn. Je kunt ze erop wijzen dat er boeken over geschreven zijn, films en wetenschappelijke artikelen. Mijn boek is vaak een hèrkenning en een èrkenning voor mensen. Het komt ook voor dat mensen iets op tv zien of ergens iets lezen over een bijna-doodervaring en dan denken: “Hé, ik heb ook zo’n ervaring meegemaakt”. Ze kennen de term niet, ze weten niet wat ze hebben meegemaakt. Dan pas valt het kwartje.

“Mensen hebben in eerste instantie bevestiging nodig. Dan pas kunnen ze het accepteren en daarna pas kunnen ze het gaan integreren in hun leven.

Ik begrijp uit uw boek dat veel medisch specialisten en (huis)artsen moeite hebben om het bestaan van de bijna-dood ervaring te accepteren. Hoe verklaart u dit?

In principe zijn artsen opgevoed en getraind in het idee dat je tijdens bewusteloosheid geen bewustzijn kunt ervaren. Ze hebben geleerd dat het bewustzijn het product is van de hersenen. Een bijna-doodervaring past dus niet bij wat ze hebben geleerd. Daardoor zijn ze vaak niet in staat om te luisteren en te accepteren wat ze horen. Veel mensen die het niet geloven, of kritiek hebben, hebben mijn boek of artikel ook niet gelezen, maar ze hebben wel een mening, dus eigenlijk een vooroordeel. Ik heb veel lezingen gegeven voor bijvoorbeeld studenten, ziekenhuizen, artsengroepen en nascholing. Je merkt onder artsen een terughoudendheid om er voor open te kùnnen en te dùrven staan.

Ziet u daar iets in verschuiven?

Ja, de jongere generaties staan er veel meer open voor. Ik krijg geregeld uitnodigingen van medisch studenten die mijn boek hebben gelezen. Vorig jaar sprak ik op een landelijk congres voor co-assisten. Zij kennen mijn boek. Jonge artsen staan er veel meer open voor dan de artsen van mijn generatie. Toch blijft het een probleem voor mensen. Het woord ‘bewustzijn’ leren we niet in de medische studie, leren we niet in de psychologie. Terwijl juist het wetenschappelijk onderzoek naar bewustzijn een gigantische verandering in de wetenschap geeft, omdat bewustzijn niet in de huidige materialistische wetenschap past. Je kunt het niet meten, niet bewijzen, niet reproduceren en niet falsificeren. Wat wij voelen en denken bestaat zogezegd niet. En dat is dus de uitdaging. We zouden eigenlijk een wetenschap moeten hebben waar deze dingen wel bij voorkomen. Een post-materialistische wetenschap dus, waarbij je een subjectieve ervaring, de persoonlijke verhalen van mensen, ook accepteert.

Ik hoor u vertellen dat een bijna-dood ervaring een vorm van spiritueel trauma is, en dat er nog veel ongeloof en onbegrip voor is in de medische wereld. Dan vraag ik mij af: hoe het is voor een arts om een bijna-doodervaring mee te maken. Is het dubbel zo lastig omdat het in je beroep niet wordt geaccepteerd?

Nou, het geldt niet alleen voor je beroep, je eigen wereld wordt ook op zijn kop gezet en je weet zeker dat je het niet met je collegae gaat bespreken. Je gaat het niet delen, want je weet dat je er zelf moeite mee hebt, dus hebben de anderen er ook moeite mee. Ik heb ooit een lezing gegeven voor 150 artsen. Na afloop was het een beetje een moeizame discussie. Toen vroeg ik wie er wel eens een bijna-dood ervaring had gehad en staken drie mensen hun vinger op. Opeens veranderde de hele zaal. Want als een collega het heeft meegemaakt dan is het geen onzin.

Je loopt dus tegen grote vooroordelen aan.

Ja, nou, reken maar, en willfull ignorance, oftewel bewuste onwetendheid. Mensen willen het niet weten. Dus gaan ze er ook niet over lezen, maar ze weten wel zeker dat het onzin is.

Uit mijn eigen coachpraktijk weet ik dat als je iets niet wilt weten dan blijf je daar ver van weg.

Ja hoor, anders wordt je wereld op zijn kop gezet, en dat wil je niet, want dat geeft onrust. Dus ik begrijp de neiging om het te ontkennen, en ik begrijp de agressie die eruit voortkomt richting mij. Attack the messenger. Omdat in hun ogen hun hele wereldbeeld wordt aangevallen. Los daarvan heb ik vooral heel veel positieve reacties gehad vanuit de hele wereld. Alleen de artsen groepen zijn wat achtergebleven, en (lachend) neurowetenschappers hebben er wat moeite mee.

Dat hoort er ook bij toch? Wanneer je aan paradigma’s gaat sleutelen dan komen de mensen in opstand.

Ja, het is echt een paradigmaverschuiving waar Thomas Kuhn al over heeft geschreven. Als iets niet past binnen het huidig paradigma dan moet je een paradigmaverandering krijgen, en niet ontkennen dat het bestaat. Dat geldt ook voor het feit dat bewustzijn niet het product is van de hersenen, maar dat bewustzijn fundamenteel is in het universum. Oftewel, alles komt voort uit bewustzijn.

“Bewustzijn is fundamenteel in het universum. Alles komt voort uit bewustzijn.

Ik vind dat zelf een fijne gedachte.

Ik ook! Maar het heeft tijden geduurd voordat ik dat kon en wilde accepteren. Ik ben echt een beta. Zo zou ik eerst natuurkunde gaan studeren in Delft, maar het werd geneeskunde, en later cardiologie, waarbij fysica ook belangrijk is.

Die beta-kant blijkt ook duidelijk uit uw boek. Ik vond dat zelf heel prettig. Ook al begreep ik niet alles. Ik vind het wel belangrijk dat de insteek en de onderbouwing van het verhaal wetenschappelijk is.

Ik ook. En ik merk ook dat dat een belangrijke bijdrage is van het boek en ook van de artikelen die ik heb geschreven voor onder meer The Lancet, enThe Journal of Consciousness Studies. Een wetenschappelijke basis helpt om het te accepteren voor de mensen die toch een beetje de deur op een kiertje willen zetten.

Zeker. En natuurlijk ook al de ervaringen van mensen die zelf een bijna-dood ervaring hebben meegemaakt. U kent deze verhalen uit de eerste hand…

Inderdaad. En ook het wetenschappelijk onderzoek naar uittredingservaringen. Er is recent een boek uitgekomen met meer dan 200 gevallen die wetenschappelijk zijn gecontroleerd, die zijn nagevraagd bij artsen, assistenten en familie, die blijken dus te kloppen. Daar kan je niet omheen.

Fascinerend.

Ja, het blijft fascinerend.

© Fotografie: Kristel Dallinga | Afscheidsmomenten